De WBTR Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen

14 april 2021 | Algemeen


Bij besluit van 11 december 2020 is vastgesteld dat de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) per 1 juli 2021 in werking zal treden. De WBTR is bedoeld om bestuur en toezicht van met name verenigingen en stichtingen te verbeteren. Er zijn regels opgesteld over taken, bevoegdheden, verplichtingen en aansprakelijkheid. De overheid wil met de wet voorkomen dat wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking, misbruik van posities en andere ongewenste activiteiten verenigingen en stichtingen schaden.

Voor wie geldt de WBTR?

  • verenigingen;
  • stichtingen;
  • besloten vennootschappen (B.V.);
  • naamloze vennootschappen (N.V.);
  • coöperaties;
  • onderlinge waarborgmaatschappijen.

Wat verandert er?

  • Toezicht;
    De WBTR maakt het voor alle rechtspersonen mogelijk om een raad van commissarissen of een monistisch bestuur (met uitvoerende en niet uitvoerende leden) in te stellen;
  • Tegenstrijdig belang;
    De wet geeft regels over tegenstrijdig belang van bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Voor deze rechtspersonen gaat eenzelfde tegenstrijdig belang regeling gelden als voor de N.V. en de B.V.;
  • Aansprakelijkheid;
    De wet introduceert een regeling voor aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen in geval van faillissement wegens onbehoorlijke taakvervulling;
  • Ontslag bestuurder/commissaris stichting;
    De rechter krijgt in de wet meer beoordelingsvrijheid een bestuurder of commissaris van een stichting te ontslaan als het Openbaar Ministerie of een belanghebbende daarom verzoekt;
  • Meervoudig stemrecht;
    De WBTR geeft regels over het meervoudig stemrecht voor bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;
  • Belet en ontstentenis (afwezigheid bestuurder).
    De introductie van een verplichte statutaire belet- en ontstentenisregeling voor bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. De WBTR wijzigt de statutaire belet- en ontstentenisregeling voor bestuurders en commissarissen van N.V.’s en B.V.’s.

Aandachtspunten

  1. Welk bestuursmodel heeft u?
    Waarschijnlijk heeft u een collegiaal bestuur. Alle bestuursleden zijn en hebben een gelijkwaardige stem. Alleen bij het staken van de stemmen kan de voorzitter een doorslaggevende stem hebben. Dit is vaak al vastgelegd in de statuten. In de WTBR krijgt u de mogelijkheid om voor een ander bestuursmodel te kiezen. Er kan gekozen worden voor een raad van toezicht of raad van commissarissen, of voor een monistisch bestuursmodel waar de uitvoerende en controlerende taken (toezicht) in één bestuur over verschillende bestuurders verdeeld zijn. Wellicht dat een ander bestuursmodel beter aansluit bij uw organisatie. Bespreek dit gezamenlijk. Wilt u voor een ander bestuursmodel kiezen dan zult u de statuten moeten aanpassen.
  2. U behoudt het bestuursmodel
  3. U gaat het bestuursmodel wijzigen. Daarvoor is een statutenwijziging noodzakelijk.
  4. Welke regels gelden voor aansprakelijkstelling?
    Een bestuurder is wettelijk verplicht om zijn taken behoorlijk te vervullen. Wanneer sprake is van onbehoorlijk bestuur en er ontstaat schade dan kan de bestuurder voor die schade aansprakelijk gesteld worden. Het gaat hierbij niet om kleine fouten maar ernstig verwijtbaar handelen. In de WBTR wordt expliciet genoemd dat bij een faillissement bestuurders die zich schuldig maken aan fraude of andere vormen van ernstig taakverzuim hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Het is dan ook van belang om duidelijk afspraken te maken omtrent de taakvervulling van het bestuur.
  5. Leg financiële afspraken binnen het bestuur duidelijk vast.
  6. Besteed aandacht aan de taakvervulling van de bestuurders.
  7. Belang van de organisatie staat voorop
    In de WBTR worden bestuurders en toezichthouders verplicht zich bij het vervullen van hun taak te richten op het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie.
  8. Geef deze verplichting voldoende aandacht en zorg ervoor dat bestuurders in staat zijn ten alle tijden in het belang van de organisatie te beslissen.
  9. Tegenstrijdig belangregeling
    Een bestuurder moet te allen tijde in het belang van de organisaties beslissen. Een bestuurslid die een tegenstrijdig of eigen belang heeft bij een bestuursbeslissing, neemt niet deel aan de beraadslagingen en de besluitvorming daarover. Als alle bestuurders in een vereniging een tegenstrijdig belang hebben dan verschuift de beslissingsbevoegdheid naar de algemene vergadering van de vereniging. Stichtingen hebben geen algemene vergadering daarom blijft de beslissingsbevoegdheid ook wanneer alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben bij het bestuur die dan wel schriftelijk moet vastleggen wat de overwegingen zijn die aan het besluit ten grondslag liggen. Dit schriftelijk vastleggen helpt bestuurders als achteraf verantwoording moet worden afgelegd.
  10. De organisatie heeft geregeld dat bestuurders met tegenstrijdige belangen niet aan de beraadslagingen of besluitvorming daarover deelnemen.
  11. Het bestuur van de Stichting is zich bewust van het belang haar besluiten en de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen schriftelijk vast te leggen.
  12. Regeling begrenzing meervoudig stemrecht
    De WBTR geeft regels over het meervoudig stemrecht voor bestuurders van verenigingen en stichtingen. Voor de vereniging en de stichting komt te gelden dat een bestuurder niet meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen. De begrenzing van het meervoudig stemrecht draagt bij aan de kwaliteit van het bestuur bij verenigingen en stichtingen en voorkomt dat één bestuurder zijn zin kan doordrukken. Wanneer organisaties in de statuten een regeling hebben dat één bestuurder meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen, dienen deze verenigingen en stichtingen die regeling in de statuten aan te passen.
  13. De organisatie voldoet in de statuten aan de regeling dat het niet mogelijk is dat één bestuurslid meer stemmen kan uitbrengen als alle andere bestuurders samen.
  14. Ontstentenis en beletregeling
    De WBTR verplicht organisaties een ontstentenis en belet regeling in de statuten op te nemen. Van ontstentenis is sprake als een bestuurder ophoudt bestuurder te zijn. Met belet wordt gedoeld op de situatie dat een bestuurder tijdelijk zijn functie niet kan of niet mag uitoefenen.
  15. Er is een ontstentenis en beletregeling in de statuten opgenomen.

Overgangsrecht

De WBTR heeft onmiddellijke werking (per 1 juli 2021). Voor bepaalde onderwerpen geldt nog wel een nadere regeling. Bijvoorbeeld voor het meervoudig stemrecht bij verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Een afwijkende statutaire bepaling is geldig tot uiterlijk vijf jaar na inwerkingtreding van de WBTR of tot de eerstvolgende statutenwijziging (naar gelang welk moment eerder valt).

Vragen naar aanleiding van bovenstaand artikel?

Wij helpen je graag verder. Aarzel niet contact met ons op te nemen. Marijn van Popering is bereikbaar via m.vanpopering@first-line-juristen.nl of op 0546-629925.

Terug naar overzicht